Poeriem 5760 (2000)
Voor het periodiek, van de Joodse gemeente Breda, Hakol werden in het afgelopen decennium boekbesprekingen geschreven over boeken van Joodse auteurs of met een Joodse inhoud. Deze bespreking gaat over Poeriem 5760 van Adon Katan, en verscheen in Hakol 12, voorjaar 2000.
Deze keer een bespreking van een boek van de bekende joodse schrijver Adon Katan. Het boek wat ik in deze Hakol zal bespreken wijkt nogal af van Katan’s vroegere werk. In dit vroegere werk vinden wij vooral abstracte, metafysische en mystieke gedachten over de gang van de wereld en het einde der tijden. Het huidige werk is veel meer concreet en is opgezet in de vorm van een sprookje. Het vertelt het verhaal van Mor de Chai, zoon van Jair, die ieder jaar op de 14e adar voor een dag door alle joden in de wereld tot leven wordt gewekt. Met andere woorden, sinds de gebeurtenissen in Sjoesjan, nu ongeveer 2400 jaar geleden zijn ongeveer 7 jaren van Mor’s leven verlopen (voor de rekenaars onder ons 2500/ 365 = 6,57). Opgeteld bij zijn toenmalige leeftijd van 43 jaar moet Mor nu ongeveer 50 zijn en springlevend en in de kracht van zijn leven. En dat is te merken, vol vuur weet hij te vertellen over zijn belevenissen in de afgelopen jaren. Goed weet hij zich nog te herinneren zijn ontmoeting met de grote koning van het Perzisch-Medische rijk, Cyrus, die na de Babylonische ballingschap, de joden toestond hun haardsteden in Judea weer op te zoeken. Slechts weinigen vonden de weg naar het oude land, de meesten bleven in ballingschap aan Babylon’s stromen, tot de gebeurtenissen in Sjoesjan hun vreedzaam en welvarend bestaan ruw verstoorden.
Wij lezen dan hoe Mor heel belangrijk wordt en het tenslotte brengt tot onderkoning van het oorspronkelijke rijk van koning Cyrus. En dat is hij nog steeds en vanuit deze functie heeft hij vele contacten met sjeiks, koningen en presidenten over de hele wereld gehad. Deze contacten hebben wel iets fragmentarisch, omdat Mor in 1 dag moet doen, wat anderen doen in 365 dagen, maar Mor is een krachtig en wijs man; een echte chacham kadol. In dit boek doet hij ons uitgebreid verslag van deze contacten. Wij volgen zijn ontmoetingen met Alexander de Grote, Julius Ceasar, Herodes, Jozua ben Jozef, Cleopatra, Mohammed, Karel V, Paulus IV, Peter de Grote, Clinton e.v.a. Met allen bouwde hij een specifieke relatie, tot heil –maar helaas niet altijd- van het joodse Volk. Ik wil U tenslotte niet onthouden de kostelijke beschrijving van zijn ontmoeting met Assasjwerosj, de koning van Syrië op 14 adar 5760.
Bij die gelegenheid vertelde de koning aan Mor, dat het niet zo goed boterde tussen hem en Monica, zijn Amerikaanse Rosj haHarem, zij liet zich niet ringeloren en wilde niet doen wat hij wilde. Daarom heeft hij haar naar Amerika naar de nieuwe Amerikaanse President, het Bush ingestuurd. Hij vroeg Mor of hij niet een geschikte nieuwe Rosj haHarem kon verzorgen. Mor hoefde niet zolang na te denken, want door zijn eeuwenlange ervaring in het Midden-Oosten was hij op dit soort vragen voorbereid. Hij kon putten uit een verzameling uitbundige schoonheden, die met zorg waren geselecteerd, zowel op hun estherische als politieke bekwaamheden. Een van deze heerlijkheden was Ester en zij werd aangewezen om het Assasjwerosj naar de zin te maken. De koning kwam diep onder de indruk van haar schoonheid en hij vroeg wat voor wensen zij had en wat hij voor haar kon doen.
Ester antwoordde: “O koning als U mij aardig vindt, wees dan zo goed om mij en mijn volk te sparen, want velen willen mijn volk vernietigen en dat volk wil slechts vrede. En heeft Mor U niet gewaarschuwd voor Uw echte vijanden Birak en Irasj”.
Assasjwerosj moest dat beamen en hij maakte vrede met het joodse volk, het volk van Mor en Ester. En hij heeft er nimmer spijt van gehad, zij smeden hun raketten en kanonnen om tot boortorens en het land stroomde over van zand en olie en zij wisten niet meer wat oorlog was. En zo is het gekomen dat van Syrië de wet uitging en het woord van G’D uit Jeroesjelajiem.
Met de woorden “wie niet in sprookjes en wonderen gelooft is geen realist” viel Mor de Chai weer 352 dagen in slaap, tot 14 adar 5761.
No Comments have been Posted.