Hitlers willige beulen
Voor het periodiek, van de Joodse gemeente Breda, Hakol werden in het afgelopen decennium boekbesprekingen geschreven over boeken van Joodse auteurs of met een Joodse inhoud. Deze bespreking gaat over het tijdschrift Ter Herkenning en het boek van Daniel Goldhagen, Hitlers willige beulen en verscheen in Hakol 6, maart 1998.
Daniel Goldhagen, Hitlers willige beulen
Deze keer niet de bespreking van een boek maar van een tijdschrift. Het is het tijdschrift “TER HERKENNING” . Het tijdschrift is, vanaf den 21e jaargang (1993), ter inzage in onze bibliotheek (de Sifria).
Het is een tijdschrift voor joden en christenen, dat met veel gevoel voor het joodse standpunt, kennis over het jodendom verspreidt. De redactieraad en medewerkers staan borg voor hoogstaande en objectieve verhandelingen over een breed scala van joodse onderwerpen.
Om een idee te geven wil ik er enkele noemen:
• Maimonides
• Jiddische dichtkunst in de twintigste eeuw
• OJEC
• Het Vaticaan en de staat Israël
• Melchisedek, de koning van Salem
• Beschouwingen over anti-judaisme en antisemitisme
Daarnaast zijn er een uitgebreide rubriek mededelingen over Joods culturele activiteiten, boekbesprekingen en jaarlijks een uitgebreide bibliografie over het jodendom. Het tijdschrift verschijnt in de regel 4 maal per jaar.
In deze bespreking wil ik graag wat meer aandacht besteden aan het boek van Daniel Jonah Goldhagen wat in het december nummer 1997 van “Ter Herkenning “ wordt besproken. Ik weet nog hoe dit boek, “Hitlers willige beulen”, ter sprake tijdens de lezing van Prof. Hans Jansen bij zijn lezing over het “Madagascar plan” voor de vereniging Vrienden van de Synagoge Breda. Hij was nogal kritisch t.o.v. het werk van Goldhagen en eigenlijk sluiten G. J. Colijn en D. Pollefeyt in een zeer doorwrochte bijdrage, gebaseerd op meer dan 30 bijdragen uit het Nederlandse taalgebied zich hierbij aan. Hun eerste bezwaar gaat tegen de wel erg eenvoudige en wat zij noemen monocausale verklaring van Goldhagen: de Duitsers waren gewillige voltrekkers van de miljoenenvoudige moord, omdat zij bezeten waren door een “demonologisch antisemitisme van de virulente raciale variëteit” De antisemietische werkelijkheid is echter veel gecompliceerder, al was het maar omdat Goldhagen in zijn scenario van de tot holocaust verdoemde Duitsers voorbij gaat aan het antisemitisme elders, ook in ons land. Onderscheidde een Duits spoorwegman zich principieel van een Nederlandse of Franse, bij het vervoer van joden?
Verder wordt aandacht gevraagd voor de collectieve schuld en de demonisering van het Duitse volk . Door de vijand te demoniseren, d.w.z. de boosaardigheid en de almacht van de duivel toe te kennen, wordt de afstand tussen de daders en ons onoverbrugbaar. Het sluit aan bij de menselijke neiging om het kwaad buiten onszelf te zien en ons zelf vrij te pleiten. De les die uit de gruwel getrokken moet worden is juist dat beschaafde mensen tot dergelijke gruwel in staat zijn, niet dat dat het exclusieve gedragspatroon van Duitsers is. En de schrijnende actualiteit leert ons hoe waar dit is. Het leerstuk van de demonisering leidt ook tot een merkwaardige paradox, die ik in verband met de ruimte niet verder kan uitwerken, maar U wordt uitgedaagd hier nader kennis van te nemen.
Het boek van Goldhagen behoorde maanden lang tot de best verkochte boeken in het Nederlands taalgebied. Het succes wordt ten dele verklaard door de eenvoudige stellingnames en zwart-wit redeneringen die mensen reduceren tot twee categorieën: goed of slecht. Het is natuurlijk aantrekkelijk voorgeschoteld te krijgen dat je bij de goeden behoort, het streelt de ijdelheid. Maar de werkelijkheid is veel gecompliceerder en laat zich niet passen in dit simpele schema van goeden en kwaden. Sinds het eten van de verboden vrucht van de boom van kennis van goed en kwaad ontstonden de goede (jetser hatov) en slechte (jetser hara) menselijke neigingen in een eindeloos palet van mogelijkheden. De realisatie van deze complexe werkelijkheid, van de voortdurende persoonlijke strijd in onszelf tussen jetser hatov en jetser hara, leert ons bescheidenheid in ons oordeel, maar tegelijkertijd maakt dat het leven waard om geleefd te worden. En dat is geen slechte les die uit de discussies over het boek van Goldhagen kan worden getrokken.
No Comments have been Posted.